Roald Dahl’s Grote Vriendelijke Reus afgekort De GVR zegt en doet wat hij wil. Altijd. Hij jaagt met het kleine meisje Sophie in zijn jaszak op dromen, en vooral op nachtmerries. Hij blaast enge dromen met een trompet in een glazen potje. En de glazen potjes zet hij op de slaapkamers van alle kinderen. Want, zo vertelt hij Sophie: ‘Hoe enger de droom, hoe bozer hij wordt wanneer hij gevangen is,’ (…) Het is net als met wilde dieren. Als een dier woest is en je stopt hem in een kooi, dan zal hij een heidense stamperij maken.’ [i]
Sigmund Freud ontdekte aan het begin van de twintigste eeuw dat fantasieën en geheimen vaak een allesbepalende rol spelen in psychopathologie. Depressie is niet zakdoeken vol huilen of overal het negatieve in zien. Het is niet sombermans zijn. Depressie is helemaal niets meer voelen. Dwang is meer dan hoge eisen stellen. Dwang is alles steeds opnieuw moeten controleren om heel angstig worden te voorkomen. En hysterie is niet roodgelakte nagels hebben en een grote zonnebril dragen. Hysterie is lichamelijk iets beleven, dat niet gedacht mag worden. Hysterie is echt niet meer kunnen lopen of altijd hoofdpijn hebben.
‘Vertel alles wat er in u opkomt’, zei Freud bij het begin van een behandeling. ‘Vertel alles wat er in u opkomt,’ zegt iedere analyticus sindsdien. ‘Vertel ook wat u niet belangrijk lijkt. En als er niets in u is, dan wachten we even. Er komt altijd iets.’ De psychoanalyse en alle therapieën – ook de behandelingen die zich juist van de analyse distantiëren – zijn gebaseerd op het principe dat er ‘iets’ is dat er niet mag zijn. ‘Ik wil mijn kind niet.’ ‘Ik val niet op mijn vrouw, maar op de buurjongen.’ ‘Ik heb tegen mijn zin seksueel contact gehad. Ik denk dat ik het zelf uitgelokt heb.’ ‘Mijn vader hield veel meer van mij dan van mijn moeder.’ Dat zijn de woeste dieren die de GVR in een glazen potje stopt.
Psychoanalyse is een podium. De patiënt en de therapeut spelen samen. Of het is een boek dat ze samen schrijven. Het is een contact, een glazen potje waar alle geheimen uit mogen komen. Geheimen zoals ze in het hoofd zitten of in het hart. Ook als ze in niet zulke mooie woorden naar boven komen, ook als ze niet zo aardig zijn en ook als ze nog nooit verteld zijn. Geheimen die horen bij de wereld van het denken, van het spel. Bij het tegendeel van de werkelijkheid. En in die wereld mag u ‘álles, maar dan ook alles wat er in u opkomt vertellen.’ Zonder censuur. Alles.
Freud ging vaak te rade bij schrijvers. Sophocles, Shakespeare, Goethe. Roald Dahl was toen nog niet geboren. Roald Dahl met zijn GVR, zijn grote vriendelijke reus. Roald Dahl met zijn verhalen over dikke en gemene mensen. Over oude heksen, over bleekneuzen en over boerenvaders en moeders, die achter de kassa zitten. Roald Dahl, die zelf een enkele keer iets corrigeerde, zoals de zwarte kleur van de Oempa Loempa’s in Sjakie en de chocoladefabriek.[ii] Die Roald Dahl, die grote schrijver wordt nu, nu hij dood is, gecensureerd. Aangepast aan de moderne tijd. Vaders en moeders worden genderneutrale ouders, een oude heks wordt een oude kraai, dik wordt groot. Vingers verdwijnen niet langer in gehaktmolens. Roald Dahl wordt schoongemaakt. Honderden aanpassingen zijn gemaakt. Zodat iedereen kan blijven genieten van de boeken, aldus een in de NRC aangehaald citaat van de uitgever.[iii]
‘Vertel alles wat er in u opkomt. Ook als het niet zo belangrijk lijkt. Gebruik de woorden die naar boven komen.’ Roald Dahl die zomaar schreef over dik en over lelijk en over gemeen, die zomaar schreef over stoom uit fluitketels waar je vingers ingeduwd kunnen worden. Roald Dahl die zijn Grote Vriendelijke Reus ‘een arm peuteltje een vreselijk stolbloederige nacht’ laat hebben. Die Roald Dahl, die GVR moet zijn mond houden. Wat zal het grote zusje van het arme peuteltje nu eenzaam zijn. Nooit meer lachen om je kleine broer.[iv]
‘Sigmund Freud en Roald Dahl daarboven! Boze dieren in kooien zijn gevaarlijk, stuur ons onze glazen potjes. Laat ons weten dat we allemaal boze dieren in ons hebben en stolbloederige nachten. Laat het ons vertellen. Het helpt. Echt. En breng ons niet in verzoeking, laat ons nooit maar dan ook nooit woorden wegstrepen.’
Dit auteur van dit blog is Marit van der Meulen, psychoanalytica.
[i] Dahl, R. (1988) De GVR. (vertaald door H. Vriesendorp) p. 85 Fontein
[ii] Cultuurstrijd om herziening Dahl (2023) In: NRC, 21-2-2023
[iii] Ibid.
[iv] Dahl, R. ibid, p. 84.
De auteursrechten van de foto heb ik niet kunnen achterhalen.
Prachtig!
Wil de vk of nrc dit niet plaatsen?
Heel mooi!
Dank Paul, Wat een leuke reactie!
Het onderwerp is een beetje voorbij, maar we blijven proberen de psychoanalyse en de psychoanalytische therapie overal onder de aandacht te brengen.
Wat een juweel van een column! En wat fijn dat een psychoanalytica haar vinger opsteekt! Laatst was ik nog in de stadsbibliotheek van Arnhem op zoek naar een boek over cowboys en indianen, omdat ik zelf vroeger zoveel “Arendsogen” heb versleten. ‘Kijkt u maar op boekwinkeltjes.nl’ zei de mw. achter de balie. ‘Boeken over indianen worden al lang niet meer uitgegeven’. Hopelijk heeft de GVR ze allemaal bewaard in zijn glazen potjes…