Wintermorgen in Amsterdam, een uitverkocht Muziektheater, drie gloedvolle betogen met Vlaamse tongval over de illusie van chronisch geluk: Damiaan Denys, Dirk de Wachter en Paul Verhaeghe aan het woord.
‘Een paradox licht de tegels van de vanzelfsprekendheid.’ De ogenschijnlijke tegenspraak tussen het leven in een van de gelukkigste landen ter wereld en het grote aantal mensen dat hulp zoekt in de geestelijke gezondheidszorg onder de loep genomen!
De toegenomen individualisering – met de illusie van vrijheid & autonomie – maakt volgens Denys dat we geneigd zijn het belang van de ander voor ons geluk te ontkennen. Het samen spelen, tijd met elkaar doorbrengen, aandacht hebben voor de ander komt in het gedrang. Door de technologie hebben we nauwelijks meer iemand nodig om door de wereld te reizen en door de visualisering laten we elkaar – onder andere via de sociale media – een gemanipuleerd beeld van de werkelijkheid zien.
Vanuit de psychoanalyse is bekend dat onze gevoelswereld met onbewuste fantasieën en projecties de realiteit kleurt. En nu krijgen we ook van buitenaf een vertekend beeld aangereikt. Daardoor kan er angst, een gevoel niet te voldoen, het leven niet aan te kunnen, somberte en een grote(re) behoefte aan controle ontstaan. Het lijkt alsof we het in toenemende mate moeilijk vinden de realiteit – die niet gemanipuleerd wordt – waar te nemen en te accepteren.
Het zijn vaak de uitersten die we voorgeschoteld krijgen en elkaar laten zien: alles is fantastisch of een groot drama, terwijl het leven zich vaker daartussen afspeelt. In de psychoanalytische theorie van Melanie Klein is het in de vroegste fase van ons bestaan dat we uitersten (goed – slecht) ervaren, omdat we nog niet in staat zijn om gevoelens te integreren. In ons latere leven is het streven om een innerlijke toestand te bereiken waarin je ambivalentie kan beleven, de realiteit zoals die is: geluk en ongeluk beiden aanwezig. Dirk de Wachter vindt dat de huidige maatschappij een borderline structuur heeft, die o.a. gekenmerkt wordt door zwart-wit denken. Wenselijker zou een maatschappelijk weefsel zijn waarin de mens met zijn geluk en ongeluk een verbindende plaats heeft.
Maar met een genuanceerdere positie moeten we als mensen ook het fundamentele bestaan van een tekort onder ogen te zien wat in de huidige maatschappij liever weggepoetst wordt.
Lijden mag niet meer, zegt de Wachter. Wat er gebeurt is het tegenovergestelde: steeds meer mensen die lijden. Net als in de Griekse mythologie Oedipus, die bewerkstelligde wat hij wilde voorkomen: hij trouwde met zijn moeder en bracht zijn vader om het leven.
Wat ‘normaal’ is, ondergaat ook een verandering. Een ideale normaliteit wordt opgelegd waarin je moet excelleren in ouderschap, relaties, sport, werk en persoonlijke ontwikkeling. Dat is de norm geworden. Als dat allemaal niet lukt, heb je niet voldoende inspanning geleverd of niet de goede keuzes gemaakt en neigt het naar ‘eigen schuld’. Er vallen steeds meer mensen uit de boot die geen aansluiting meer vinden.
De inclusiecriteria van de DSM V (classificatie van psychische stoornissen) worden daarentegen soepeler, zodat er bij steeds meer mensen sprake zou zijn van een psychische stoornis. ‘Met een taboe op normaal lijden, ontstaat professioneel lijden’ aldus een van de sprekers.
Tijdens deze dag werd sterk gepleit voor meer omzien naar elkaar, ‘samen een pintje drinken’, verbinding zoeken, de illusie van de controle opgeven zodat het ongeluk een stem kan krijgen en daarin ook de liefde een kans krijgt. Dat is zonder meer een loffelijk streven.
Echter … we kunnen de fenomenen die we in de maatschappij waarnemen niet zomaar kopiëren en op het individu plakken. Het is onwenselijk dat iemand met psychische klachten – die ernstig lijden veroorzaken en het leven fors ontregelen – terughoudend wordt om professionele hulp te zoeken, uit schaamte of angst gezien te worden als iemand die geen ongemak kan verdragen, obsessief perfectionisme nastreeft, niks voor anderen over heeft of onnodig eenzaam/somber is. Mijn ervaring is dat mensen dit innerlijk al vrezen. Met deze boodschap uit de buitenwereld kan het moeilijker worden de stap te nemen om in therapie te gaan. Dat kan niet de bedoeling zijn. We zouden zo opnieuw kunnen bewerkstelligen – denk nog even aan Oedipus – wat we proberen te voorkomen: een taboe op lijden en het hulp zoeken daarvoor.
Note bene: dit blog is niet bedoeld als een weergave van de bijeenkomst ‘de illusie van chronisch geluk’. Het is hoe ik het beluisterd heb en wat mij persoonlijk opviel in de betogen. De relatie met het psychoanalytisch gedachtegoed is mijn toevoeging.
Een mij uit het hart gegrepen blik op onze samenleving.