26 augustus 1910: Freud & Mahler in Leiden

Een ontmoeting op 26 augustus in Leiden (Freud was op vakantie in Noordwijk) was de laatste kans voor de componist Gustav Mahler – die de afspraak al drie keer eerder afgezegd had – om Sigmund Freud te treffen in de zomer van 1910. Vandaag precies 109 jaar geleden. Een opmerkelijke locatie aangezien beide heren in Wenen woonden.

Mogelijk was Mahler huiverig om Freud eerder te consulteren uit angst dat de bron van zijn scheppingskracht op zou opdrogen als hij zich bewust zou worden van de diepten van zijn ziel en hij geen nieuwe muziek meer zou kunnen componeren.

 

Mahler zocht hulp bij Freud vanwege ernstige strubbelingen – ook op het seksuele vlak – in zijn huwelijk met Alma. Mahler ontdekte dat zijn vrouw overspel pleegde (met Walter Gropius, architect) en Alma werd razend toen hij haar daarmee confronteerde. ‘Jij, die zoveel hartstocht in je symfonieën legt, hebt hier in huis elk sprankje leven gedood!’ Toen Mahler in haar dagboek – die Alma vrij opzichtig had laten liggen – ontdekte hoe klem zijn vrouw zat in de relatie, hoe ongelukkig en gevangen ze zich voelde, zorgde dat voor een grote innerlijke ontregeling bij Gustav.

In een poging de verhouding te repareren speelde hij haar liederen en wilde ze laten uitgeven. Alma was niet zo enthousiast, ze  schreef in haar dagboek: ‘een gegalvaniseerd lijk kun je ook geen nieuw leven inblazen.’

Freud en Mahler spraken af in etablissement ‘In den vergulde Turk’ aan de Leidse Breestraat en wandelden vervolgens langs het Rapenburg en via de hortus botanicus door de stad, gebruik makend van diverse bankjes om even te rusten. Op verzoek van Freud vertelde Mahler zijn levensverhaal.

Het viel Freud op dat Mahler zich op een bijzondere manier tot zijn moeder verhield. Ze had een zwak hart, liep kreupel, was afkomstig uit de hogere burgerij en een dromerig type. Gustav was het tweede kind uit een rij van twaalf kinderen waarvan er acht jong stierven. De sfeer thuis was vaak onveilig, gespannen en doordrenkt met verdriet om grote verliezen: vader was een tirannieke man en Gustav was er op zijn zesde jaar getuige van dat zijn vader in een dronken bui zijn moeder te lijf ging. Toen hij het huis uit vluchtte speelde op straat een orgeldraaier een vrolijk wijsje. In het gesprek met Freud ging hij begrijpen waarom in zijn muziek het verhevene en het triviale onlosmakelijk bij elkaar horen als echo uit zijn kindertijd.

De muziek heeft voor Mahler mogelijk nog het meest een moederrol vervuld: steun en toeverlaat,  troost en geborgenheid. Daarom was de muziek van levensbelang boven al het andere. Een veilige relatie componeerde hij voortaan zelf.

Vlak voor hun huwelijk schreef Mahler zijn aanstaande een liefdesbrief waarin hij haar de liefde verklaart, uitgelaten is over hun trouwplannen maar hij vermeldt ook klip en klaar dat Alma haar muzikale talent en ambities – het componeren van liederen – moet opgeven: niet als verzoek maar een verbod. Het zal in hun leven samen alleen om zijn muziek en carrière gaan. Alma had als taak de voorwaarden te scheppen om hem gelukkig te maken op de manier die hij wenst en daarin haar eigen bevrediging en geluk te vinden.

Dat was wat hij zocht bij Alma en zij hem niet kon geven, omdat het onmogelijk is een gemis aan stabiliteit, veiligheid en troost uit de jeugd goed te maken. Voor Gustav vond er in de relatie een herhaling plaats met een vrouw die – net als zijn moeder – niet kon voldoen aan zijn verlangens, hij voelde een tekort, trok zich terug in de muziek en werd een tirannieke man zoals zijn vader. En omdat zijn moeder heeft geleden en hij Alma naar haar beeld wilde scheppen, liet hij haar (onbewust) ook lijden. Alma zocht op haar beurt in Gustav (negentien jaar ouder) de vader die ze zo miste , ze was dertien toen hij overleed en ze was gewend alles voor hem te doen. Ze zegt daarover: ‘ik voelde dat ik mijn leidsman verloren had, de ster die me leidde, zonder dat iemand anders dan hijzelf dat ooit begrepen had. Ik was gewend geweest alles om zijnentwille te doen’.  Ze offert zich op voor Gustav alsof ze met haar vader getrouwd is.

Gustav en Alma zochten in elkaar wat ze misten om de pijn in zichzelf op te heffen, dan ontstaat een ingewikkelde verstrengeling van niet met – en niet zonder elkaar kunnen leven. Samen kregen ze twee dochters. De oudste dochter – Mahlers oogappel Marie, genoemd naar zijn moeder  – overleed op vijfjarige leeftijd aan difterie. Een heel groot verlies en verdriet voor beiden.

 

De wandeling van vier uur lijkt wel wat verlichting te hebben gegeven: Mahler realiseert zich hoe onmogelijk hij het Alma heeft gemaakt en betuigt haar zijn liefde. De opluchting zat er ook in dat hij besefte met zijn oudere leeftijd juist aantrekkelijk te zijn voor Alma (omdat ze van haar vader hield en zo een type man zocht) en dus minder bang hoefde te zijn voor verlating. Hij schrijft Alma na de afspraak met Freud een opgewekt telegram: ‘Ben vrolijk. Het onderhoud was interessant. Uit strohalmen zijn balken gegroeid’. In de trein terug maakt hij een gedicht voor Alma en draagt zijn achtste symfonie aan haar op.

De relatie met Gropius beëindigt Alma niet, het is onduidelijk of Mahler daar weet van heeft. De tiende symfonie blijft onvoltooid, mogelijk omdat inderdaad zijn inspiratie minder stroomt maar hij is ook ernstig ziek en sterft een klein jaar na de wandeling met Freud aan een streptokokkeninfectie. Alma heeft Gustav nooit verlaten en tot het einde voor hem gezorgd.

Onderstaande bronnen heb ik gebruikt en daar is uitgebreider informatie te vinden over de wandeling van Freud & Mahler:

    • Gustav Mahler consulteert Sigmund Freud in Leiden: over de ‘wandelanalyse’ door Ton Stufkens
    • ‘Mahler en Freud: een wandeling in Leiden’ door Eveline Nikkels
    • ‘Mahlers Mater Dolorosa’, door Martin van Amerongen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *